Het verhaal van koning Salomo en de koningin van Saba

door abubakkernl

Gebaseerd op soera Saba 12-13 en soera An-Naml 15-44

En God maakte de wind dienstbaar aan Salomo. Hij maakte een reis van een maand in de ochtend en een reis van een maand in de avond. En God gaf hem een bron van gesmolten koper. En er waren geesten die voor hem werkten met toestemming van hun Heer. En wie de Heer niet gehoorzaamde, liet Hij proeven van de straf van het vuur. Zij maakten voor Salomo wat hij maar wilde: synagogen, standbeelden, enorme drinkschalen en geweldige ketels.

En God onderwees David en Salomo en zij zeiden: God is geprezen, Hij heeft ons uitgekozen uit Zijn dienaren. En Salomo was de erfgenaam van David en hij zei: O mensen, God heeft mij de taal van de vogels geleerd en Hij heeft mij alles gegeven. God is mij welgezind.

En de legers van geesten en mensen en vogels werden bij Salomo gebracht en ze vertrokken in groepen. Toen ze bij de vallei van het mierenvolk kwamen, riep een mier tegen de anderen: Verstop je in jullie holen voordat ze jullie vertrappen zonder dat zij het merken!

En Salomo glimlachte verbaasd over die waarschuwing en hij zei: Mijn Heer, laat mij dankbaar zijn voor de gunsten die U mij en mijn ouders hebt geschonken, en dat ik het goede mag doen zoals U wilt, en laat mij behoren bij de mensen die goed doen.

En hij bekeek de vogels en zei: Waarom zie ik de hop niet? Behoort hij soms tot de afwezigen? Ik zal hem zeker zwaar straffen of hem misschien wel doodslaan, tenzij hij een goede reden heeft.

Het duurde niet lang voordat de hop kwam, en hij zei: Ik ben iets te weten gekomen dat jij niet wist en ik breng je nieuws uit Saba. Ik zag daar een koningin die alles heeft en op een machtige troon zit. Ik zag dat zij en haar volk de zon aanbidden en de duivel laat hen denken dat ze iets goeds doen, maar hij leidde hen van de juiste weg af zodat ze niet God aanbidden, Die zichtbaar maakt wat verborgen is in de hemelen en op aarde. En Hij weet wat jullie verborgen houden en wat jullie openlijk doen. God, er is niemand behalve Hij, de Heer van de machtige troon.

Salomo zei: We zullen zien of jij de waarheid spreekt of dat je een leugenaar bent. Neem deze brief en breng die naar haar toe. Wacht daar om te zien hoe zij reageert.   De koningin van Saba zei: Raadsheren, er is mij een belangrijke brief gebracht. Hij komt van koning Salomo en is geschreven in de naam van God, de barmhartige, de genadevolle. Er staat: kom niet tegen mij in opstand, maar kom bij mij als gelovigen. Zij zei: O raadsheren, zeg mij wat ik moet doen. Ik beslis niets zonder naar jullie te luisteren. Zij zeiden: Wij zijn sterk en moedig, maar u hebt het bevel, dus wij wachten af wat u ons beveelt.

Koningin Bilqis zei: Als koningen een stad binnentrekken, vernietigen zij haar en onderwerpen haar inwoners. Zo doen koningen dat. Waarlijk, ik zal hem een geschenk sturen en afwachten met welk antwoord mijn boodschappers terugkeren.

En toen zij bij Salomo kwamen, zei die: Wat? Willen jullie mij tevreden stellen met een geschenk, terwijl wat God mij heeft gegeven beter is dan wat Hij jullie heeft gegeven? Ga maar terug. Wij zullen met een leger komen dat jullie niet kunnen verslaan en wij zullen jullie verdrijven.

Hij zei tegen zijn bevelhebbers: Wie van jullie kan mij haar troon brengen voordat zij onderworpen tot mij komt? Een dappere onder de geesten zij: Ik zal hem brengen voordat jij van je plaats gekomen bent, want ik ben sterk en betrouwbaar. Maar iemand die kennis van het Boek had zei: Ik zal hem je brengen in een oogwenk.

Toen hij hem naast zich zag staan, zei Salomo: Dit is een gunst van mijn Heer, die mij op de proef wil stellen of ik dankbaar of ondankbaar ben. Hij zei: Maak haar troon onherkenbaar voor haar om te zien of zij de juiste weg volgt of dat zij is afgedwaald.

Toen zij nu bij Salomo kwam, vroeg hij haar: Is jouw troon zoals deze? Zij zei: Het is alsof het dezelfde is. Salomo zei: De kennis was ons eerder gegeven dan haar en wij hebben ons overgegeven. Zij werd verblind door wat zij naast God aanbad, ze behoorde tot een ondankbaar volk.

Salomo zei tegen haar: Kom in mijn paleis. Toen zij het zag, dacht zij dat het een vijver was en ontblootte haar voeten. Salomo zei: Het is een paviljoen van glas. Toen zij Bilqis: Waarlijk, ik heb mijzelf onrecht aangedaan en ik onderwerp mij met Salomo aan God, de Heer der werelden.

* * *

Beluister soera An-Naml vers 1 t/m 53: http://coranweb.free.fr/sourates/10-29/027-1.html

Advertentie