De hadj

door abubakkernl

De bedevaart naar Mekka is verplicht voor alle gezonde, volwassen moslims die over voldoende geld beschikken. Voor mensen die om gezondheidsredenen niet kunnen gaan, of niet genoeg geld hebben, is het geen verplichting. De bedevaart bestaat uit twee delen: oemra en hadj. De oemra kan ook los worden uitgevoerd en is niet tijdgebonden. De hadj kan alleen worden uitgevoerd van de 8e tot de 12e dag van de hadjmaand (dzoel hidja)

Oemra

Direct bij aankomst in Mekka ga je naar de moskee en loop je zeven maal rond de ka’ba (de kubus die het hart van de moskee in Mekka vormt, ook wel het huis van God genoemd). Dit wordt tawaaf genoemd. Daarbij kus je als het mogelijk is de zwarte steen die in een van de hoeken van de ka’ba is ingemetseld. Tijdens het lopen lofprijs je God, vraag je om vergeving voor gemaakte fouten en kun je wensen doen. Daarna loop je zeven keer heen en weer tussen de twee heuvels Safa en Marwa (die nu ook in het moskeecomplex zijn opgenomen) als herinnering aan het feit dat Hadjar daar heen en weer liep om water te zoeken voor zichzelf en haar zoon Ismaïl, nadat Ibrahim hen in de woestijn had achtergelaten. (Intussen ontsprong er een bron aan de voeten van Ismaïl, de bron ZamZam, die nog steeds water levert.) Dit heet Saï. Als je daarmee klaar bent laat je je haar knippen of scheren.

Hadj

Op dag 1 (8 dzoel hidja, dit jaar 18 januari) trek je de speciale hadjkleding aan en ga je naar Mina, een plaatsje op ca. 1 uur loopafstand van Mekka om te overnachten in een tentenkamp.

Op dag 2 naar Arafa, een woestijnvlakte daar vlakbij, om er de hele middag in contemplatie te verblijven. Wensen die daar worden geuit zullen gegarandeerd in vervulling gaan. Dit is het belangrijkste onderdeel van de hadj – voor alle andere onderdelen bestaat er een vorm van compensatie, maar als je dit heb gemist moet je de hadj over doen. Na zonsondergang naar Moezdalifa om steentjes te zoeken en er te overnachten – op de grond onder de blote hemel, zowel rijk als arm.

Op dag 3 terug naar Mina om zeven steentjes naar de djoemra aqaba te gooien. Dat is een van de drie zuilen die zijn opgericht op de plaatsen waar de duivel Ibrahim heeft verzocht niet te gehoorzamen aan Gods gebod om zijn zoon te offeren. De hadjkleding kan daarna uit. Daarna terug naar Mekka om dezelfde rituelen te verrichten die bij de oemra beschreven zijn.

Op dag 4, 5 en eventueel 6 blijf je in Mina om naar alle drie de zuilen zeven steentjes te gooien.

Bij vertrek uit Mekka loop je nogmaals zeven maal rond de ka’ba bij wijze van afscheid.

* * *

Artist’s impression: http://universes-in-universe.org/eng/nafas/articles/2005/al_faisal

Interessante boeken over de ervaringen van twee moderne hadjgangers:

Ilja Trojanow: De heilige bron van de islam, een pelgrimstocht naar Mekka, De Geus: Breda, 2006, ISBN 90 445 0634 X

Michaela Özelsel: Bedevaart naar Mekka, mijn reis door een geheimzinnige wereld, Meinema, 2006, ISBN 90 211 4111 6

Advertentie